Gedeeltelijke eindbeoordeling

Anders moet vóór de verhuizing of ingebruikname van het pand een gedeeltelijke eindinspectie, dat wil zeggen inbedrijfstellingsinspectie, in het gebouw worden uitgevoerd.

De inbedrijfstellingsinspectie kan worden uitgevoerd voor het gehele gebouw of gedeeltelijk voor het gedeelte dat bij de inspectie veilig, gezond en bruikbaar wordt bevonden. In dit geval moet het onvoltooide deel van het gebouw worden gescheiden van het in gebruik te nemen deel, zoals vereist voor de persoonlijke veiligheid en de brandveiligheid.

Zaken waarmee u rekening moet houden bij de inbedrijfstellingsbeoordeling

Om ervoor te zorgen dat u tijdens de inbedrijfstellingsbeoordeling niet voor verrassingen komt te staan, controleert u samen met de verantwoordelijke uitvoerder in ieder geval de volgende zaken:

  • voldoen aan de bouwvergunningsvoorwaarden
  • voldoende paraatheid van de apparatuur en functies die nodig zijn voor het gebruik van alle voorzieningen
  • het verlichte huisnummer is zo aangebracht dat het duidelijk zichtbaar is op straat
  • de afvalcontainer wordt geplaatst op de plaats volgens de vergunning
  • Er zijn dakveiligheidsvoorzieningen zoals huisladders, ladders, dakbruggen en sneeuwbarrières geïnstalleerd
  • Er zijn leuningen en leuningen geïnstalleerd
  • de inspectie van het rookkanaal is uitgevoerd en documenten waaruit de geschiktheid van het rookkanaal blijkt, zijn aanwezig
  • De inbedrijfstellingsinspectie van de water- en rioleringsapparatuur is voltooid
  • Het inbedrijfstellingsinspectieprotocol voor elektrische apparatuur is bij de transactieservice Lupapiste.fi gevoegd
  • Het meet- en afstelprotocol voor ventilatieapparatuur is bij de transactieservice Lupapiste.fi gevoegd
  • er moeten twee uitgangen zijn op elke verdieping, één kan als back-up dienen
  • rookmelders zijn operationeel
  • scheidingswanden werken, branddeuren en ramen zijn geplaatst en naamplaatjes zijn zichtbaar
  • de inrichting van het erf is zover gereed dat het gebruik van het gebouw veilig is en de geplande parkeerplaatsen adresseerbaar zijn.

Voorwaarden voor het uitvoeren van een inbedrijfstellingsbeoordeling

De inbedrijfstellingsbeoordeling kan plaatsvinden wanneer:

  • de verantwoordelijke voorman, degene die het project start of zijn/haar gemachtigde en andere afgesproken verantwoordelijke personen zijn aanwezig
  • de bouwvergunning met hoofdtekeningen, speciale tekeningen met het bouwcontrolestempel en andere keuringsgerelateerde documenten, rapporten en certificaten zijn beschikbaar
  • er zijn inspecties en onderzoeken met betrekking tot de werkfase uitgevoerd
  • De melding volgens MRL § 153 voor de eindinspectie is bijgevoegd bij de dienst Lupapiste.fi
  • het keuringsdocument correct en actueel is ingevuld en beschikbaar is
  • Het energierapport wordt gecertificeerd door de handtekening van de hoofdontwerper en gekoppeld aan de transactieservice Lupapiste.fi
  • de reparaties en andere maatregelen die nodig zijn vanwege eerder geconstateerde gebreken en gebreken zijn uitgevoerd.

De verantwoordelijke uitvoerder bestelt de inbedrijfstellingsbeoordeling minimaal één week voor de gewenste datum.